Moet ik 4043 of 5356 toevoeglegering gebruiken?

Welke aluminiumtoevoeglegering moet u kiezen?

Wat zijn 4043 en 5356 toevoeglegeringen?

In principe kunnen we stellen dat 4043 een aluminiumtoevoeglegering is waaraan 5% silicium is toegevoegd en dat 5356 een aluminiumtoevoeglegering is waaraan 5% magnesium is toegevoegd.

Er zijn enkele misvattingen in de sector dat u met succes elke aluminiumlegering kunt lassen met een 4043- of 5356-toevoeglegering. Dat is echter niet het geval. Er zijn echter vele gebruikelijke structurele aluminiumlegeringen die kunnen worden gelast met 4043 of 5356. Een dergelijke legering is 6061.

Moet ik 4043 of 5356 toevoeglegering gebruiken?

Een van de veelgestelde vragen van de meeste lassers is: Wanneer moeten we een van deze toevoeglegeringen kiezen boven de andere?

Wanneer volgens de keuzetabel voor toevoeglegeringen 4043 of 5356 als toevoegmateriaal voor een specifieke basislegering kan worden gebruikt, is het verstandig om rekening te houden met de volgende feiten over elk van deze toevoeglegeringen:

• Kleurovereenkomst -4043 dient niet te worden gebruikt als u de beste kleurovereenkomst wenst bij anodiseren na het lassen omdat deze toevoeglegering meestal donkergrijs wordt na het anodisatieproces. 5356 zorgt voor een veel betere kleurovereenkomst na het anodiseren.
• Temperatuur -4043 is geschikt voor gebruikstemperaturen boven 65 °C. 5356, is echter vanwege zijn 5% magnesiumgehalte niet geschikt voor deze toepassingen bij verhoogde temperatuur.
• Taaiheid - 4043 heeft een lagere taaiheid dan 5356, wat belangrijk kan zijn wanneer het werkstuk na het lassen moet worden gevormd.
• Schuifsterkte - 4043 heeft een lagere schuifsterkte dan 5356 (zie figuur 1). Dit kan van belang zijn bij het berekenen van de gewenste maat hoeklas.
• Zachtheid van de legering - 4043 is een zachtere legering in de vorm van opgerolde draad dan 5356. Meestal zal bij MIG/MAG-lassen de aanvoerbaarheid een minder kritisch probleem worden wanneer de stijvere 5356-legering wordt gebruikt.
• Lasbaarheid -4043 heeft meestal een hogere lasbaarheid en een iets lagere scheurgevoeligheid. Met 4043 kunnen meestal mooiere lassen worden gemaakt met gladdere oppervlakken, minder spatten en minder vuil. Daarom heeft het soms de voorkeur van lassers.

Fig. 1. Toont de typische schuifsterkten van verschillende toevoeglegeringen. Daaruit blijkt dat de schuifsterkte in dwarsrichting van 4043 15 ksi is en van 5356 26 ksi bij belasting in dezelfde dwarsrichting.

Toevoeglegering	Schuifsterkte in lengterichting (KSI)	Schuifsterkte in dwarsrichting (KSI)
1100	7.5	7.5
2319	16.0	16.0
4043	11.5	15.0
4643	13.5	20.0
5183	18.5	28.0
5356	17.0	26.0
5554	15.0	23.0
5556	20.0	30.0
5654	12.0	18.0

Samenvatting

Het is verstandig om de keuzetabel voor toevoeglegeringen te gebruiken bij het kiezen van de meest geschikte toevoeglegering die moet worden gebruikt. Het is ook verstandig om lasprocedurespecificatietests uit te voeren om de gekozen toevoeglegering te evalueren om de prestatiekenmerken ervan te verifiëren.